Najaarsconcert met Mara Mostert

Phil, 21/11/2021

Praktische informatie >>

Dit najaar speelt Symfonieorkest Haerlem een romantisch programma met het jongste talent tot nu toe: violist Mara Mostert. Bestel nu kaarten

Mendelssohn
Ouverture ‘Midzomernachtsdroom’

Tsjaikovski
Vioolconcert

Schubert
Symfonie nr. 4 in c, ‘Tragische’

Lees meer >>

Kaartverkoop >>

Mara Mostert

Solo viool

Mara Mostert (Amsterdam, 2004) begon met vioolspelen toen zij vijf jaar oud was. Sinds 2015 studeert zij bij Maria Milstein aan de Sweelinck Academie van het Conservatorium van Amsterdam. Daarvoor had zij les bij Hans Scheepers. Ook ontvangt ze soms lessen van Mathieu van Bellen, Alla Kim en Liza Ferschtman.
In april 2018 won Mara de eerste prijs tijdens de Nationale Finale van het Prinses Christina Concours. De volgende dag trad ze op met andere winnaars bij het televisieprogramma Podium Witteman. In februari 2020 drong Mara door tot de finale van het Davina van Wely concours en ontving daar de 2e prijs. Mara volgde masterclasses bij Pierre Amoyal tijdens de Holland Music Sessions, en bij Gerhard Schulz tijdens de Meisterkurse in het Duitse Kronberg.
Zij bespeelt op dit moment een Italiaanse viool van Tommaso Balestrieri uit 1791, in bruikleen van een particulier.
Mara zit op het Vossius Gymnasium in Amsterdam.

Ouverture Midzomernachtsdroom

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Een midzomernachtdroom (a Midsummer Night’s Dream) is een komedie geschreven door William Shakespeare (1564-1616). Het verhaal werd een inspiratiebron voor menig toneelstuk, film, opera enz. Het vertelt over de avonturen van vier geliefden, een aantal amateur acteurs en feeën in een bos dat verlicht is door de maan.
Aanvankelijk had Mendelssohn de ouverture als zelfstandig concertstuk geschreven in 1826,op zeventienjarige leeftijd. Pas in 1842, een paar jaar voor zijn dood, schreef hij ter gelegenheid van een uitvoering de volledige muzikale weergave van het toneelstuk (de beroemde bruiloftsmars is hiervan afkomstig!), en nam de eerder geschreven ouverture hierin op. Zoals toen gebruikelijk geeft deze de inhoud van het toneelstuk in het kort weer. De muziek is zo beeldend dat het de moeite waard is kennis te nemen van de inhoud van het verhaal.
Hertog Theseus en de amazonekoningin Hippolyta gaan trouwen. Voor dit feestelijke feit komen diverse personen bij elkaar. Belangrijke gasten zijn Oberon en Titania, feeënkoning en -koningin. Zij nemen een aantal feeën mee om het feest op te luisteren. Echter: ze hebben ruzie omdat Titania haar schildknaap niet aan Oberon af wil staan. Andere bruiloftgasten zijn Demetrius, Helena, Hermia en Lysander. Dit alles levert een complexe situatie op: de een is verliefd op de ander, maar die ander is weer verliefd op een derde persoon.
Oberon verzint een list: hij schakelt Puck in om een liefdesdrank te maken. Het slachtoffer wordt verliefd op de eerste persoon die hij tegenkomt. Dit alles om Titania af te leiden. Maar, u voelt het al aankomen: Puck besprenkelt per vergissing de verkeerde personen en de situatie wordt steeds ingewikkelder. Ter opluistering van de bruiloft komen een stel acteurs een toneelstuk opvoeren, althans, dat is de bedoeling. Puck besprenkelt een van de acteurs, die een ezelskop krijgt. En ja, onder invloed van de drank wordt Titania verliefd op de ezel! Op een gegeven moment valt iedereen in slaap, en bij het ontwaken neemt men aan dat alles een droom was in de zomernacht: eind goed al goed.
Dit alles is heel knap door Mendelssohn verklankt. Het stuk begint met enkele maten door de blazers die daarmee de geheimzinnige sfeer van het bos weergeven. Daarna is heel duidelijk het dansen van de feeën weergegeven: heel veel zeer snelle noten door de strijkers. Vervolgens een gedragen liefdesthema. Verder horen we zo nu en dan het schallen van de jachthoorns in het bos. Heel duidelijk is ook het gebalk van de ezel te horen bij de violen: hoog/laag, hoog/laag. Op het eind komen de dansende feeën weer langs en het stuk wordt afgesloten zoals het begon: enkele maten door de blazers. Laat u meenemen in deze sprookjesachtige sfeer!

Vioolconcert in D groot

Vioolconcert in D groot

Tsjaikovski schreef het concert in Clarens, een resort vlak bij het Meer van Genève. Hij verbleef daar om te herstellen van een depressie na een slechts enkele maanden durend, maar desastreus verlopen huwelijk met Antonia Ivanovna Miljoekova, zelfs uitmondend in een zelfmoordpoging.

Een vroegere leerling en vriend van hem, Josif Kotek, kwam hem daar opzoeken. Ze speelden samen piano-viool duo’s, onder andere Lalo’s Symphonie Espagnole in de versie voor piano en viool, en dit inspireerde Tsjaikovski om zelf ook een vioolconcert te componeren, waar de violist Kotek overigens al langer op aangedrongen had. Tsjaikovski schreef aan zijn patroon, Nadezhda von Meck (die hij alleen mocht schrijven en nooit ontmoeten): ‘De Symphonie Espagnole bevat frisheid, lichtheid, pikante ritmes, mooie en harmonieuze melodieën […] Lalo, evenals Léo Delibes en Bizet, streeft niet naar diepzinnigheid, maar vermijdt routine, zoekt naar nieuwe vormen, en denkt meer aan muzikale schoonheid dan aan het voldoen aan gevestigde tradities, zoals de Duitsers doen.’ (Het SOH speelde Symphonie Espagnole in 2013 en 2000)

De eerste versie schreef hij in slechts elf dagen, de partituur werkte hij vervolgens in twee weken uit. Op 11 april 1878 was het concert voltooid. Hoewel Kotek hem had geholpen met de vioolsolo, droeg Tsjaikovski het stuk toch liever op aan de violist Leopold Auer om roddels over zijn innige relatie met Kotek te vermijden (aan Kotek wijdde hij later een ander stuk).

Toen het tijd werd voor een eerste uitvoering van het concert, weigerde Auer het echter te spelen. Het stuk zou te lastig zijn vanwege de vele dubbelgrepen, glissandi, trillers, sprongen en dissonanten. De première vond daardoor pas plaats op 4 december 1881, met Adolf Brodsky als solist. Het publiek was zeer enthousiast, maar de beruchte criticus Eduard Hanslick drukte de feeststemming met een vernietigende recensie waarin hij onder andere suggereerde dat het concert ‘stonk’. Ook schreef hij dat Tsjaikovski de viool niet had laten bespelen maar bont en blauw slaan.

Het kan verkeren: een paar jaar na zijn weigering het stuk te spelen moedigde Auer zijn studenten al aan het schitterende werk vooral op de lessenaar te zetten. Het concert is een van de lievelingen van het huidige orkestrepertoire.

Symfonie nr. 4 ‘tragische’

Franz Schubert (1797-1828)

Schubert, hij stierf op 31-jarige leeftijd, heeft meer dan 1000(!) stukken geschreven, waaronder 9 symfonieën, 600 liederen en heel veel kamermuziek.
Zijn eerste werk voltooide hij op 13-jarige leeftijd. Deze genieën beginnen al heel jong, alsof ze voorvoelen dat er maar weinig tijd is. In dit begin van zijn carrière stond hij sterk onder invloed van Antonio Salieri. Deze componist heeft diverse later beroemd geworden leerlingen onder zijn hoede gehad. De bekendste is wel Mozart. De relatie tussen Salieri en Mozart is prachtig verbeeld in de beroemde film Amadeus.
Deze symfonie van Schubert, zijn vierde, noemde hij ‘tragische’. Waarom het werk door hem als tragisch is bestempeld, is de vraag. Men noemt wel eens als reden dat hij daarmee de aandacht van een uitgever wilde trekken, maar niemand heeft het echte antwoord. Misschien omdat de symfonie opent in mineur. Hij schreef het stuk op 19-jarige leeftijd in de jaren 1815-1816. Pas in 1849, dus na zijn dood, werd het voor het eerst uitgevoerd in Leipzig. Zoals zo vaak is gebeurd in de muziekgeschiedenis worden na de dood van grote componisten onbekende werken ontdekt en voor het eerst uitgevoerd.
Er zijn 4 delen:
Adagio molto – Allegro vivace. Het begint in c mineur en eindigt via diverse harmonische uitstapjes in c majeur.
Andante. Dit deel staat duidelijk in majeur hoewel er enige uitstapjes in mineur te beluisteren vallen.
Menuetto allegro vivace – Trio. Hier is iets bijzonders aan de hand. Het stuk is weliswaar in driekwarts maat geschreven, zoals hoort in een menuet, maar verschilt verder volkomen van karakter. Dit wordt al aangegeven door de toevoeging allegro vivace: het is veel sneller dan gebruikelijk. Daarbij heeft Schubert syncopische accenten op de eerste maat van iedere frase aangebracht. Dit heeft als effect dat de muziek in een soort gekruist ritme raakt en als het ware wankelt naar het trio, het tweede deel van het menuet, dat de vorm en sfeer van een volksdans heeft.
Allegro. Dit deel heeft weer helemaal het nerveuze karakter van het eerste deel. In een wel zeer snel tempo wordt hiermee de symfonie besloten.
Schuberts symfonieën worden vaak vergeleken met de klassieke Mozart en Haydn, maar dit stuk heeft al veel elementen van de Romantiek. Tragisch? Wel iets om eens goed voor te gaan zitten!Anneke Alders-Teeuwen